Jan Gerard Palm

Leven en werk van een muzikale patriarch op Curaçao

 

Een presentatie met (muzikale) bijdragen van
Bas van Bommel (piano), Jeroen van der Wel (viool), NMI - het Nederlands Muziek Instituut -, KITLV - Royal Institute of Southeast Asian and Caribbean Studies -, Broekmans & Van Poppel en de
Palm Music Foundation

 

Aula van de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag

Prins Willem-Alexanderhof 5, 2595 BE Den Haag

27 februari 2009


Woord vooraf

 

 

Het Nederlands Muziek Instituut zet zich in voor het muzikale erfgoed. Daarmee wil het de herinnering aan het muziekleven uit het verleden levend houden: doordat er talloze partituren en andere documenten in het NMI worden bewaard is er een enorm 'geheugen' van dit muzikale verleden ontstaan.

                                                                                                                          

Het NMI is bij deze gelegenheid graag gastheer bij de presentatie van

een onderdeel van de muziekgeschiedenis van het Koninkrijk der Nederlanden.

Vorig jaar werd hier een boek gepresenteerd waarin in opdracht van het

NMI over de muzikale banden en beïnvloeding van Nederlands Indië op klassieke componisten uit de periode 1890-1950 is geschreven.

 

Nu beleven we de openbare presentatie van de biografie van Jan Gerard Palm in combinatie met een welhaast monumentale uitgave van composities van zijn hand. Palm is een belangrijk representant van de klassieke muziek op Curaçao, waarover nog maar weinig is gepubliceerd.

Via zijn leerlingen is die muziektraditie verder gebracht, wordt deze doorgegeven en levend gehouden.

 

Toen de biografie kort geleden in de besloten kring van genodigden werd gepresenteerd, werd die bijeenkomst omlijst met werken voor pianosolo. Tijdens de bijeenkomst van vanmiddag wordt meegewerkt door de violist Jeroen van der Wel en de pianist Bas van Bommel en krijgen we dus zicht op andere muzikale uitingen van Palm.

Door de inspanningen van de uitgeverij van het KITLV en van Broekmans & Van

Poppel is vanaf heden een zeer uitvoerige documentatie verkrijgbaar van leven èn werk van Jan Gerard Palm.

 

Als het de initiatiefnemers van dit project lukt om ook nog een groot aantal originele bronnen van deze muziek (die thans nog wereldwijd verspreid zijn!) bijeen te brengen en via het NMI beschikbaar te stellen, dan is dit muziekerfgoed op voorbeeldige wijze toegankelijk gemaakt en voor studie en muziekpraktijk eenvoudig bereikbaar.

 

 

Dr. Frits Zwart

Directeur Nederlands Muziek Instituut

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Programma 27 februari 2009

 

Locatie: Koninklijke Bibliotheek Den Haag

 

 

 

 

HAL

 

§           Stands van KITLV en Broekmans & van Poppel

§            Jeroen van der Wel (viool) en Bas van Bommel (piano)
spelen van Jan Gerard Palm:

 

-          Fantasía Zaíra

 

 

AULA

 

§           Welkom door dr. Frits Zwart, directeur van het Nederlands Muziek Instituut

§           Mw. Drs. Margaret Krill (NMI), De muziek van Jan Gerard Palm geplaatst binnen een internationale context

§           Prof.dr.ir. Joop Halman, voorzitter van de Palm Music Foundation:
Jan Gerard Palm, Leven en werk van een muzikale patriarch

§           Uitreiking van een muziekbundel met 115 composities van Jan Gerard Palm aan

de Gevolmachtigde minister van de Nederlandse Antillen,
de heer Paul Comenencia, MA.

 

 

HAL

 

§            Jeroen van der Wel (viool) en Bas van Bommel (piano)
spelen van Jan Gerard Palm:

 

-          Serenade nr 2

-          Marcha Unión

-          Marsch Curaçao

 

§         Receptie

 

 

 


Uitvoerende musici

 

 

 

 

Jeroen van der Wel (1987)

 

Jeroen van der Wel (links op de foto) studeerde studeerde in 2008 af aan het Koninklijk Conservatorium van Den Haag met een 10 met onderscheiding. Van 1997-2004 had hij les bij Coosje Wijzenbeek en Herman Krebbers en vanaf 2004 bij Vera Beths aan het Koninklijk conservatorium in Den Haag. In 2005 volgde hij master classes bij Giuliano Carmignola aan de Academia Musicale Chigiana in Siena, Italië. Ook studeerde hij een half jaar aan het Conservatoire National Supérieure de Musicque in Parijs waar hij les had van Roland Daugareil.

Jeroen van der Wel heeft verscheidene prijzen gewonnen met zijn vioolspel. Zo won hij in 2007 de eerste prijs tijdens het prestigieuze Oskar Back concours en won hij in 2008 de tweede prijs tijdens het Helen Dowling Vioolconcours . In 2003 won hij het Davina van Wely Vioolconcours en in 2001 de nationale finale van het Prinses Christina Concours.

Jeroen van der Wel soleerde onder andere bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest, het Rotterdams Philharmonisch Kamerorkest, het Zürcher Kammer Orchester, het Concertgebouw Kamerorkest en de Bombay Philharmonic  Chamber Orchestra.

 

 

Bas van Bommel (1979)

 

Bas van Bommel (rechts op de foto) is de vaste begeleider van Jeroen van der Wel. Net als Jeroen van der Wel is hij meervoudig prijswinnaar. Bas van Bommel studeerde piano en muziektheorie aan het conservatorium van Amsterdam. In 2002 rondde hij zijn studie af bij Jan Wijn, met onderscheiding. Al in 1991 behaalde hij de eerste prijs op een nationaal Mozart concours. In 1992 won hij de eerste prijs op het Steinway concours en zowel in 1994 als in 1996 de eerste prijs op het Prinses Christina concours. In 1999 was hij op 19-jarige leeftijd, prijswinnaar op het vierde internationale Hummel pianoconcours in Bratislava (Slowakije).  Bas van Bommel verzorgde recitals in de Verenigde Staten, Venezuela, Italië, Spanje, Engeland en in verschillende steden in Nederland. Bas van Bommel heeft met verschillende orkesten opgetreden, onder andere met het Residentie Orkest, het Noordhollands Philharmonisch Orkest en Nieuw Sinfoniëtta Amsterdam. Op achttienjarige leeftijd had hij zijn debuut in het Concertgebouw te Amsterdam.

 

 

 

 


                    

Toelichting op het programma

 

Verschillende van de oorspronkelijke manuscripten van Jan Gerard Palm zijn pas recent, in de afgelopen twee jaar herontdekt. Dit betekent dat ze al meer dan 100 jaar niet meer in het openbaar zijn gespeeld. Andere composities zoals zijn walsen Engelenzang en Mis Ojitos, de mazurka’s Que Bueno! en Pensando el 3 de Enero, de danza Erani ta malu en de tumba’s Jan Schorrenber en Shi Marichi zijn zeer bekend en geliefd op de Nederlandse Antillen en Aruba. Ze werden door Edgar Palm (1905-1998), een achterkleinzoon van Jan Gerard Palm opgenomen op lp’s en later cd’s.

Tijdens het programma zullen Jeroen van der Wel en Bas van Bommel een aantal werken voor piano en viool van Jan Gerard Palm spelen die in 2006 in Madrid zijn herontdekt.

 

 

Karakterisering van Jan Gerard Palm als componist

 

De bewaard gebleven composities van Palm zou men qua stijl in vier  hoofdcategorieën kunnen indelen.

In de eerste plaats denkt men aan de composities die Palm schreef voor bals en dansfeesten in salons. Het komt nogal eens voor dat deze composities meer imponeren als luistermuziek dan als dansmuziek, met name als zij strikt volgens de aanwijzingen van de partituur worden uitgevoerd. Een aanzienlijk aantal van zijn walsen en mazurka’s doet bijvoorbeeld sterk denken aan de walsen en mazurka’s van Chopin.
Een tweede categorie omvat een aantal voor viool en piano geschreven Fantasieën en Serenades waar de invloed van 19de eeuwse Italiaanse en Franse operamuziek en ook die van Beethoven duidelijk merkbaar is.

Ten derde onderscheidt men de groep die men als plechtige of ernstige muziek zou kunnen aanmerken en die hij schreef als vaste organist van de Protestantse kerk, de synagoge en de vrijmetselaarsloge.

Tenslotte denkt men aan zijn harmoniemuziek. Palm schreef talrijke marsen voor de door hem geleide militaire kapel in Willemstad die vaak uitvoeringen gaf in het openbaar.

Voor een bespreking van Palm’s composities is het onontbeerlijk om zich een beeld te vormen van het culturele klimaat waarin hij werkte op Curaçao in de tweede helft van de 19de eeuw. Curaçao gold toen al als een brandpunt van diverse culturele invloeden. Zo was er voortdurend een grote groep politieke ballingen aanwezig op het eiland. Bij iedere revolutie die plaatsvond bij één van de omringende landen, week de partij die uit het zadel was gelicht, vaak uit naar Curaçao. Dikwijls waren dit erudiete en muzikaal goed onderlegde personen. Verschillende van hen gaven ook muziekuitvoeringen in het openbaar. Palm’s kennis van Latijns-Amerikaanse muziek blijkt vooral uit de door hem gecomponeerde danza’s.
In het 19de eeuwse Curaçao was er ook een groot aanbod van muzikale optredens van uit Europa afkomstige musici. De meeste tournees door Zuid-Amerika hadden Curaçao als start-of als eindpunt. De musici arriveerden op grote oceaanstomers die niet konden aanmeren in de ondiepe havens aan de noordkust van Zuid-Amerika, maar wel in de St.-Annabaai op Curaçao. Tijdens de onderbreking van hun reis gaven deze musici vaak concerten. In Boskaljons boek ‘Honderd Jaar Muziekleven op Curaçao’, kan men uitgebreid kennis nemen van de uitvoering van aria’s uit Italiaanse opera’s door Italiaanse zangers op doorreis. Er is reeds melding gemaakt van de invloed van Italiaanse en Franse opera’s op de door Palm geschreven werken voor viool en piano. Palm heeft als dirigent, diverse malen met zijn orkest dit soort gezelschappen begeleid. Het is ook bekend dat Palm pianopartituren van Italiaanse en Franse opera's aankocht.
Binnen de relatief kleinschalige Curaçaose gemeenschap waarvan de voorouders afkomstig waren uit Afrika, Europa of het Latijns-Amerikaanse continent vond veel uitwisseling plaats. Jan Gerard Palm behoorde zelf van huis uit tot de groep van blanke protestanten die vaak van Noord-Europese afkomst waren. Uit de tumba’s die Palm componeerde, wordt duidelijk dat hij Afrikaanse ritmes zorgvuldig en diepgaand heeft bestudeerd. Hij was ook de eerste musicus op Curaçao die deze tumba’s muzikaal op schrift stelde.

De composities van Jan Gerard Palm frapperen vaak door het persoonlijke karakter dat hij in zijn composities weet te leggen. Palm was vaak vooruitstrevend en niet bang om een voor zijn tijd ongewoon akkoord te schrijven. Van Palm is verder de uitspraak bekend, dat goede composities gekenmerkt worden door op zijn minst één verrassende wending. Zo wordt in maat 14 van de wals La Sorpresa, aan het eind van het eerste gedeelte van de wals, de luisteraar opgeschrikt door een spervuur van vijf grimmige dissonanten die pas in de volgende maat worden opgelost. Palm wilde hier blijkbaar een onaangename verrassing uitbeelden want in het tweede gedeelte van de wals eindigt hij (in maat 32) met een aangename verrassing. De wals illustreert zijn opvatting over de "verrassing" en komt ook overeen met de titel die hij aan de wals gaf.

 

De Fantasie Zaíra van Jan Gerard Palm

In de romantische periode, gebruikten componisten de fantasievorm vaak als mogelijkheid tot een grotere vorm van vrijheid in het afwisselend gebruik van thema’s, stijlen en snelheden. Bekende voorbeelden van deze muziekvorm zijn de Fantaisie Impromptu van Frédérique Chopin, de Symphonie Fantastique van Hector Berlioz en de Fantasie opus 103 in F mineur voor piano (quatre mains) van Franz Schubert.

In de meeste fantasiewerken wordt de vorm bepaald door een hoofdthema, gevolgd door delen die hetzij voortborduren op het hoofdthema of daar juist een contrast mee vormen.

Van Jan Gerard Palm zijn een aantal fantasieën bewaard gebleven die geschreven zijn voor viool en piano. Zij kenmerken zich door verrassende overgangen in toonsoort, stijl en arrangement met vaak een speciaal effect als gevolg. Met uitzondering van de Fantasía en la mayor, waar de piano slechts een begeleidende rol heeft, hebben in alle andere fantasieën de viool en de piano om beurten een leidende rol. Palms fantasieën zijn technisch moeilijk, zowel voor de pianist als de violist. Bij Palm staat echter de virtuositeit niet in het teken van holle bombast. Het gaat om gaaf vakmanschap dat leiden moet tot puur luistergenot.

 

De Fantasía Zaíra la gitana is de meest omvangrijke van de bewaard gebleven composities van Jan Gerard Palm. Men onderscheidt in deze Fantasie elf verschillende thema’s, de variaties en uitwerkingen van die thema’s niet meegerekend. Als men de introductie en de finale buiten beschouwing laat, kan men de thema’s van deze Fantasie indelen in twee hoofdgroepen. Er is ten eerste een soldateske groep die ingeleid wordt door klaroenstoten (maat 41) en er is een tweede hoofdgroep met bolero en exotische ritmes (maat 148). Aan de soldateske groep gaat een introductie vooraf.

Het thema van de introductie (allegretto) heeft een klassiek karakter en herinnert vooral aan Beethoven. Toch zijn er al passages die jazzachtig zijn avant la lettre (maten 22 en 23) en waarvan de harmonisaties bij uitstek karakteriserend zijn voor J.G. Palm. Het volgende thema (Allegro con fuoco, G mineur, vanaf maat 41) klinkt als het ochtendappel zoals dat in de kazerne geblazen wordt. Na een virtuoze variatie op dit motief presenteert zich een derde thema in Es majeur (vanaf maat 88), nog steeds in de sfeer van marsmuziek, maar duidelijk onder de invloed van de operamuziek uit de 19e eeuw.

Na een intermezzo in Des majeur (vanaf maat 104) herhaalt zich de reeds genoemde virtuoze variatie op het motief van het ochtendappel. De variatie mondt uit in een briljante vioolcadenza waarna (vanaf maat 148) de bolero in driekwartsmaat wordt ingezet. Deze bolero telt drie verschillende, maar naadloos aansluitende thema’s. Hun melodieën zijn wervelend, begeesterend en hebben ook een pittig, aanstekelijk dansritme. Het opvallende van de Fantasía Zaira is dat de bonte opeenvolging van elf thema’s nergens geforceerd aandoet. Het ene thema vloeit als vanzelfsprekend voort uit het voorafgaande.

De Fantasía Zaíra werd op 25 januari 1885 voor het eerst uitgevoerd in de Fortkerk op Curaçao in een versie door Palm uitgeschreven voor sextet. Nadien is deze fantasie vaker uitgevoerd, maar nog niet eerder in Nederland.

 

 

De serenade nr. 2 van Jan Gerard Palm

 

Een serenade (ook wel serenata of serenada genoemd) is een vocaal of instrumentaal muziekstuk. Een serenade is meestal licht van stijl, en bedoeld als avondmuziek. Serenades worden vaak geschreven in luchtige, cyclische vorm en zijn nauw verwant met de danssuite. Van oudsher is de serenade bekend als een liefdesuiting, die in de avond onder het raam van een geliefde werd uitgevoerd. De opera Don Giovanni van Mozart bevat een beroemd geworden voorbeeld van zo’n serenade: Deh vieni alla finestra. In de loop der eeuwen is de aanvankelijke opzet van de serenade gewijzigd. Zo lijken de twee serenades van Brahms eerder op lichte symfonieën. Andere voorbeelden van 19e eeuwse componisten die serenades schreven zijn Antonin Dvorak, Pjotr Tchaikovsky en Hugo Wolf.

Ook op Curaçao was de serenade in de 19e eeuw bijzonder geliefd. Ofschoon sporadisch, werden er op Curaçao tot in de tweede helft van de 20ste eeuw nog steeds serenades voor het huis van een jonge dame waar een heer verliefd op was uitgevoerd. In Ava en Gabriël, een film van Norman de Palm waarvan het verhaal zich afspeelt op Curaçao, komt een dergelijke nieuwe-stijl serenade voor[1].

Jan Gerard Palm schreef twee serenades voor piano en viool. In beide serenades hebben viool en piano een gelijkwaardige rol.

Van Serenade nr. 2 behoort het eerste gedeelte (allegro moderato in C majeur) tot het genre marsmuziek waar Jan Gerard Palm als kapelmeester van de Stedelijke Schutterij sterke affiniteit mee had. Men hoort als het ware de fanfare van de militaire kapel goedgemutst marcheren door de straten van Willemstad. Deze introductie in marsritme gaat vervolgens over in een iets langzamer deel (moderato) in de stijl van een heldhaftige opera-aria. Dit eerste thema gaat vanaf maat 39 contrasteren met een tweede, tederder thema. In maat 63 keert het eerste thema terug. De serenade beweegt zich tenslotte naar een finale door middel van passages vol chromatiek (allegro, vanaf maat 89) waarna de serenade (lento, vanaf maat 93) pianissimo wordt afgesloten.

 

De ‘Marcha Unión’ en de ‘Curaçao Marsch’ van Jan Gerard Palm

 

Marsmuziek is heel vaak in vierkwartsmaat geschreven. Dit maakt het mogelijk om een mars met vlotte tred in vieren te lopen, dus per tel een stap. In de meeste ceremonieboeken wordt als metronoomcijfer een waarde van 120 à 140 tikken per minuut aangehouden. Bij parade- en feestmarsen is het toongeslacht meestal majeur. Bij processies (zoals in de Semana Santa in Spanje) en bij treurmarsen heeft de mars een meer plechtstatig karakter en ligt het tempo ook een stuk lager. Treurmarsen staan meestal in mineur en bij het lopen wordt vaak per 2 tellen één plechtige stap gedaan.

Jan Gerard Palm heeft tenminste 25 marsen geschreven. Van dertien van deze marsen kon de partituur worden achterhaald. Op drie kerkmarsen en een huwelijksmars na, zijn de door hem gecomponeerde marsen bedoeld geweest voor uitvoering door de Stedelijke Schutterij waar Palm kapelmeester van was. De Curaçao Marsch is één van de meest bekende marsen van Jan Gerard Palm en dateert waarschijnlijk van 1863, het jaar dat Palm twee composities aanbiedt aan Koning Willem III, de Willem III Marsch en de Curaçao Marsch. Deze mars was zo populair dat ze jarenlang na zijn dood nog door de straten van Willemstad klonk wanneer het garnizoen met muziek kwam aanmarcheren. Palm maakte verschillende bewerkingen: voor harmonieorkest, strijkensemble, voor volledig orkest en voor piano en viool.

Ook van de Marcha Unión in C majeur is een bewerking voor piano en viool bewaard gebleven.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De toelichtende tekst in dit programmaboekje is samengesteld op basis van het boek: Jan Gerard  Palm, leven en werk van een muzikale patriarch van J.I.M. Halman en R.A. Rojer, KITLV, Leiden (2008). ISBN 978 90 6718 333 8

 


                        Het Jan Gerard Palm muziekproject

 

 

In 2006 was het niet alleen 100 jaar geleden dat Jan Gerard Palm overleed, het was ook zijn 175e geboortejaar.  Naar aanleiding hiervan zijn diverse initiatieven gestart om zijn oeuvre te documenteren, publiceren en toegankelijk te maken voor een groot publiek. De belangrijkste van deze activiteiten worden hier kort aangestipt.

 

Inventarisatie van het oeuvre Jan Gerard Palm

Na raadpleging van het literaire en muziektijdschrift Notas y Letras dat verscheen tussen 1886-1888 op Curaçao, het napluizen van krantenberichten in Curacaosche Courant en de De Vrijmoedige en het bestuderen van diverse boeken en publicaties over de 19e eeuw op Curaçao, kon door Joop Halman worden afgeleid dat Jan Gerard Palm tenminste 181 composities moet hebben geschreven.

 

Zoektocht naar verloren gewaande composities van Jan Gerard Palm

Van de geïdentificeerde 181 composities heeft Halman de afgelopen twee jaar 147 partituren kunnen terugvinden. De manuscripten zijn aangetroffen in openbare archieven zoals het Nationaal Archief Nederlandse Antillen en het archief van de synagoge Mikvé Israël-Emanuel op Curaçao, de collectie Antiliana van de openbare bibliotheek in Den Haag en in particuliere collecties in Nederland, Spanje, Venezuela en op Curaçao. In het bijzonder moeten hier worden genoemd de collectie Elsa Debrot-Palm in Madrid en de Edgar Palm collectie op Curaçao.

 

Digitaliseren van het oeuvre van Jan Gerard Palm

De meestal handgeschreven partituren zijn met behulp van het softwareprogramma Sibelius gedigitaliseerd. Het invoeren van de partituren werd uitgevoerd door Kamaran Majid Tawfiq, een student aan het conservatorium in Enschede. Na het invoeren zijn alle partituren vervolgens in een aantal revisierondes door Joop Halman en Robert Rojer gecontroleerd op mogelijke invoerfouten. Het resultaat is dat we nu beschikken over een bijzonder unieke en omvangrijke collectie partituren van klassieke Curaçaose muziek uit de 19e eeuw.

 

Een cd met pianomuziek van Jan Gerard Palm

Op 1 november 2008 is het eerste exemplaar van een CD met pianocomposities  van Jan Gerard Palm aangeboden aan H.M. Koningin Beatrix. De CD, waarvan de opnamen plaatsvonden in Gent (B), is uitgegeven door de S.E.L. Maduro muziekstichting op Curaçao. Robert Rojer speelt op deze CD in totaal 30 pianocomposities van Jan Gerard Palm. Het gaat om dansmuziek uit de 19e eeuw: mazurka's, danza's, tumba's, walsen, polka's en een galop.  Deze CD is te bestellen door het overmaken van € 16.90 (€ 15,00 voor de cd en € 1,90 aan verzendkosten) op rekeningnummer 5384222 van de Postbank, t.n.v. Palm Music Foundation, per adres Boslaan 20, 1217 CV te Hilversum.

 

Een boek over het leven en werk van Jan Gerard Palm

Op 1 november 2008 is ook het eerste exemplaar van het boek "Jan Gerard Palm (1831-1906), leven en werk van een muzikale patriarch" aangeboden aan H.M. Koningin Beatrix.  Dit boek is uitgegeven door KITLV (www.kitlv.nl), en is geschreven door Joop Halman en Robert Rojer. Naast een uitgebreide toelichting op de composities van Jan Gerard Palm, wordt in het boek uitvoerig ingegaan op zijn leven zoals dit zich afspeelde in de 19e eeuw op Curaçao. Ook komen zijn meest talentvolle leerlingen, de


 

Jan Gerard Palm (1831-1906) met zijn muzikale kleinzonen v.r.n.l.: de componisten Jacobo Palm (1887-1982), John Palm (1885-1925) en Rudolph Palm (1880-1950). De foto werd genomen in 1904.

componisten  Jules Blasini (1847-1887), Abraham Capriles (1864), Julio Leyba (1871-1916), Rudolph Palm (1880-1950), John Palm (1885-1925), Toni Palm (1885-1963)  en Jacobo Palm (1887-1982) in een apart hoofdstuk aan bod.

 

Uitgeven van de partituren van Jan Gerard Palm bij Broekmans en Van Poppel

In 2009 zullen de partituren van Jan Gerard Palm worden uitgegeven door Broekmans en Van Poppel, een uitgeverij van bladmuziek (www.Broekmans.com). In de door Robert Rojer geredigeerde muziekbundel zijn 115 van de door Halman getraceerde composities opgenomen. De druk van de muziekbundel is mede mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van o.a. het Prins Bernhard Cultuur Fonds, de Gravin van Bylandt stichting, de Loge Igualdad op Curaçao en een aantal privé donateurs.

 

Toekomstige activiteiten

 

De Palm Music Foundation (www.palmmusicfoundation.com) hoopt de komende tijd  navolgende muziekprojecten te realiseren:

-          De uitgifte van een cd met muziek die Jan Gerard Palm geschreven heeft voor piano en viool. Dit project is nog in voorbereiding. Jeroen van der Wel, meervoudig prijswinnaar (o.a. Oskar Back concours en Prinses Christina concours) en Bas van Bommel (eveneens meervoudig prijswinnaar) hebben zich enthousiast bereid verklaard deze composities van Palm te willen uitvoeren en op te willen nemen.

-          De uitgifte van een cd met muziek die Jan Gerard Palm heeft geschreven voor diensten in de synagoge. Avery Tracht, verbonden als chazan aan de synagoge Mikvé Israël-Emanuel zal de zangpartij voor zijn rekening nemen. Avery Tracht kreeg in 2007 een eredoctoraat van de Hebrew University in New York, voor zijn vertolkingen van Joodse religieuze muziek.

-          De uitgifte van een cd met muziek die Jan Gerard Palm schreef voor de muziekkapel van de Stedelijke Schutterij op Curaçao. De Palm Music Foundation hoopt dit project te realiseren in nauwe samenwerking met de Koninklijke Militaire Muziekkapel Johan Willem Friso.

-          Diverse openbare muziekuitvoeringen met muziek van Jan Gerard Palm en ook andere belangrijke componisten van Antilliaanse Klassieke muziek.

 

 

Helpt U ook mee om deze plannen te realiseren?

Als vriend/ vriendin van de stichting Palm Music Foundation houden wij u graag op de hoogte van de projecten en van geplande muziekuitvoeringen. Een financiële bijdrage wordt ook bijzonder gewaardeerd. Dit kan via het storten van een donatie op rekeningnummer 5384222 van de Postbank, t.n.v. Palm Music Foundation, per adres Boslaan 20, 1217 CV te Hilversum.

 



[1] In de film Ava en Gabriel wordt een serenade gezongen voor het huis van een dame die met haar dochter in de Consciëntiesteeg woont. Na afloop worden de serenadebrengers, vanuit een slaapkamerraam op de bovenverdieping, met hartelijk gewuif en een stralende glimlach bedankt door de moeder die ten onrechte in de veronderstelling verkeert dat de serenade voor haar is bedoeld.