Tijdens het J.G. Palm concert op zaterdag 1 november 2008 in het Diligentia Theater zal een selectie van de composities die Jan Gerard Palm geschreven heeft voor piano worden uitgevoerd door Robert A. Rojer.

Jan Gerard Palm is voor zover bekend de eerste componist die klassieke Curaçaose muziek heeft geschreven. Tot op vandaag zijn op de Nederlandse Antillen verschillende van de door hem gecomponeerde muziekstukken populair. Jan Gerard Palm werd geboren in 1831 op Curaçao en al op jonge leeftijd gaf hij leiding aan diverse muziekgezelschappen. Op 28-jarige leeftijd werd hij aangesteld als kapelmeester van de Stedelijke Schutterij op Curaçao. Verder was hij organist in de Joodse synagoge Emanu-El en die van Mikvé Israel, organist bij de Verenigde Protestantse Gemeente en de Vrijmetselaarsloge Igualdad. Jan Gerard Palm was een meervoudig instrumentalist; hij speelde piano, orgel, luit, klarinet, fluit en mandoline. Hij was bovendien één van de vaste medewerkers van het internationale tijdschrift Notas y Letras dat zich toelegde op de publicatie van literaire werken en bladmuziek. Dit Spaanstalige tijdschrift dat onder leiding stond van de dichter-musicus Joseph Sickman Corsen, gold als toonaangevend in Latijns Amerika en het Caraïbische gebied.

De composities van Jan Gerard Palm frapperen door hun oorspronkelijkheid. Van hem is de uitspraak bekend dat goede composities gekenmerkt worden door op zijn minst één verrassende wending. Palm was vaak vooruitstrevend en niet bang om een voor zijn tijd ongewoon akkoord te schrijven. Het karakter van de klassieke Curaçaose muziek is in sterke mate door hem bepaald. Als componist was hij ook bijzonder productief, hij heeft meer dan 180 composities geschreven. Naast dansmuziek heeft Palm ook grotere werken voor orkest en voor piano en viool en muziek voor diensten in de synagoge, de protestantse kerk en de vrijmetselaarsloge gecomponeerd.
Over zijn manier van componeren is bekend dat hij uit zijn hoofd de muziek met groot gemak opschreef. Pas als het stuk klaar was, ging hij naar de piano om het uit te proberen. Arrangementen voor orkest deed hij eveneens uit zijn hoofd. Eén van zijn meest populaire marsen, de mars Curaçao, heeft hij op diverse manieren gearrangeerd, o.a. voor harmonieorkest, voor klein ensemble voor strijkers en voor volledig orkest. Deze mars was zo populair dat ze jarenlang na zijn dood nog door de straten van Willemstad klonk wanneer het garnizoen met muziek kwam aanmarcheren. In de verfijnde 19e eeuw was hij verder ook de enige componist die het aandurfde om erotische tumba’s te schrijven. Zijn walsen en mazurka’s kunnen gekenschetst worden door een rijkdom aan harmonische variaties, zijn danza’s zijn qua ritme te typeren als complex en zeer creools. Ze behoren tot de meest ingewikkelde van de gehele Caraïbische regio.
Europa kent de muzikale Strauss en Bach dynastie, Curaçao de Palm dynastie. Als stamvader, heeft Jan Gerard Palm ervoor gezorgd dat in de Curaçaose muziektuin, de Palmen steeds welig zijn blijven opschieten. Op bijgaande foto is Jan Gerard Palm te zien met drie van zijn kleinzonen, namelijk van rechts naar links de talentvolle componisten Jacobo Palm (1887-1982), John Palm (1885-1925) en Rudolph Palm (1880-1950). Ook zij zorgden er vervolgens weer voor dat de muzikale fakkel werd overgedragen aan jongere generaties met componisten zoals Albert Palm (1903-1958), Edgar Palm (1905-1998) en Robert Rojer (1939).

Robert Rojer (Curaçao, 1939) is een achter-achterkleinzoon van Jan Gerard Palm. Vanaf zijn zesde kreeg Robert Rojer van zijn grootvader Jacobo Palm muziekonderricht. Telg uit de muzikale familie Palm, speelde hij al op jonge leeftijd frequent in het openbaar en voor de radio. Op zijn twaalfde vertrok hij naar Nederland om het gymnasium te volgen, maar bleef daarnaast piano lessen volgen. Op dertienjarige leeftijd ontving hij van Prins Bernhard de anjerprijs voor het spelen van werken van Bach. Na deze muzikale bliksemstart besloot Rojer echter om ook medicijnen te gaan studeren en zich later te specialiseren. In 1999 werd hij benoemd tot hoogleraar klinische geneeskunde in Groningen.

Intussen bleef Rojer actief als pianist, componist en schrijver van musicologische essays. Hij gaf vele solo- en duo-recitals op Curaçao en daarbuiten en bracht cd’s uit met onder meer werk van zichzelf, zijn grootvader Jacobo Palm (1887-1982), de Cubaanse componist Ignacio Cervantes (1847-1905) en van zijn betovergrootvader Jan Gerard Palm. Rojer is sinds 2005 met emeritaat en woont nu in Paraguana, Venezuela.